 |
|
Wij reiken je altijd de hand ! Nooit blijf je alleen met je zorgen, problemen, verdriet.
|
GELOVEN EN VERTROUWEN
Geloven en vrertrouwen in onze intuïtie : al die angst-controle loslaten !
We werden door onze opvoeding gevormd.
Onze opvoeding, van iedereen buiten enkele uitzonderingen misschien, is gebaseerd op angst, armoedebewustzijn : je moet elke euro omdraaien !
Naast onze opvoeding, het voorbeeld thuis dat we met de paplepel ingegoten kregen, hadden we daarna de vorming op school : alle doctrines die er werden ingeoefend dag in dag uit !
Nu moeten we omschakelen van dat aangeleerd gedrag naar ons wezenlijke zijn.
Denk aan een baby : die is zoals hij is op de wereld gekomen. Heeft hij honger, dan laat hij zich horen. Heeft hij iets tekort, ja, dan laat hij zich horen op een niet te misverstane manier.
Een baby heeft er lak aan wat anderen van hem denken; Hij houdt geen rekening met omgangsvormen, met wat anderen van hem denken...
Een baby kan zo zalig liggen glimlachen, precies of hij binnenpretjes heeft... zàlig hé. Hij is nog zeer verbonden met het universum en de engelen. Hij is puur en eigenlijk gedraagt hij zich zoals hij is, hij laat zich zien zoals hij is... Ooit al een verlegen baby gezien ?
Een baby heeft een zeer fijn ontwikkelde intuïtie en gaat daar op een verbluffende manier mee om.
Een baby heeft vertrouwen in zichzelf. (**)
Geloven in jezelf. Geloven dat je het verdient gelukkig te zijn en te leven in overvloed.
Terug leren luisteren naar je rijke eigen innerlijk : je intuïtie.
Leg je "denken" (angstdenken) eens stil en dan hoor je het "fluisteren" (liefde) van de goden !
(**)
De aangeboren vreugde, spontaniteit, onschuld, zuiverheid, openheid, zorgeloosheid, onbevangenheid enz., waarmee wij als kind aan het leven beginnen. Ook het aangeboren vertrouwen in de goedheid van alles. Harmonie is een toestand waarin alle groei moeiteloos gaat, een transparante, vreugdevolle instemming met het bestaan. Wij worden in een toestand van harmonie geboren en we zullen ook in harmonie sterven - of er nu wel of geen speciale woorden gesproken of rituelen uitgevoerd worden.
In de tussentijd zijn wij óók in harmonie, de harmonie kan ons nooit afgenomen worden, maar wij zijn wel in staat onze toestand van harmonie te negeren.
Wij hebben een vrije wil, onze bewuste geest heeft de vrijheid gekregen ons uniek-zijn, onze integriteit en alle andere eigenschappen waarmee wij automatisch begiftigd zijn, te ontkennen. Ieder mens is in wezen goed, maar wij hebben de vrijheid om onszelf bijvoorbeeld slecht te vinden. Kinderen staan er niet bij stil of ze goed of slecht zijn.
Tijdens het latere leven, wanneer onbegrepen ervaringen op onze weg komen, raken wij in verwarring en verstrikt in de schijnbare tegenstellingen van het leven. De onbevangenheid van het kleine kind gaat hierbij verloren.
Wanneer wij deze onbevangenheid en naïviteit eenmaal kwijt zijn, kunnen wij die niet eenvoudig opnieuw terugkrijgen, maar moeten wij eerst de lessen leren
Bij het in ons “centrum” komen, hebben wij de eigenschappen van het kind herwonnen, maar deze hebben dan een diepere betekenis gekregen door de innerlijke groei die zich in de tussenliggende jaren heeft voltrokken.
Ons kind zijn, vertegenwoordigt de 'naïeve wijsheid' van het spontane zelf, dat ons zonder nadenken de goede richting wijst.
Het in “onszelf” komen, uiteindelijk is gedrenkt in de wijsheid, waarin we volledig bewust de juiste keuzes maken.